Arbitrage is een wettelijk geregelde en internationaal erkende vorm van alternatieve geschillenbeslechting (Alternative Dispute Resolution). ADR is de verzamelnaam voor procedures waarbij een geschil tussen partijen anders wordt opgelost of beslist dan via de rechter.
Bij arbitrage wordt de beslissing van het geschil overgelaten aan één of drie personen, ook wel arbiters of scheidsmannen genoemd. De uitspraak die volgt is bindend.
Van alle vormen van ADR is de arbitrale procedure het meest vergelijkbaar met een gerechtelijke procedure. Partijen laten zich meestal bijstaan door een advocaat en de advocaten stellen voorafgaand aan de arbitrale zitting schriftelijke stukken op. Bij een arbitrage kunnen getuigen worden gehoord en onafhankelijke deskundigen worden benoemd, die de arbiter(s) moeten voorlichten over bijvoorbeeld de technische aspecten van de zaak. De beslissing van de arbiter(s) mondt uit in een vonnis. Het vonnis kan niet opzij worden gezet in een gerechtelijke procedure, tenzij tijdens de arbitrale procedure essentiële fouten door de arbiter(s) zijn gemaakt. Het principe van hoor en wederhoor staat in de procedure centraal.
Arbitrage kan sneller zijn dan een procedure via de rechtbank. Bovendien is de arbiter vaak een deskundige in een branche of op een bepaald vakgebied.
Arbitrage moet worden overeengekomen. Partijen kunnen al bij het opstellen van de overeenkomst (of in hun algemene voorwaarden) een zogenaamd arbitraal beding opnemen.
Er bestaan verschillende arbitrage-instituten. Arbitrage kan echter ook ad hoc worden overeengekomen als het conflict al is ontstaan. Partijen hebben de vrijheid om in afwijking van een eerdere afspraak alsnog beslechting door één arbiter overeen te komen.
Arbitrage is informeler dan een procedure voor de gewone overheidsrechter. Partijen (of advocaten namens hen) zetten meestal weliswaar hun standpunt op schrift in zgn. memories, maar centraal staat bij arbitrage de mondelinge behandeling, waar partijen zelf hun zegje kunnen doen.
Bovendien is een arbiter meestal deskundiger dan de gewone rechter. Hij heeft kennis en ervaring in een bepaalde branche of op een bepaald rechtsgebied. Dat komt doordat bij arbitrages de persoon (personen) van de arbiter(s) juist in verband met die bijzondere deskundigheid wordt (worden) benoemd. Die benoeming geschiedt doorgaans hetzij door een arbitrage-instituut dat door partijen in hun overeenkomst of in algemene voorwaarden is aangewezen denk aan (Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven) dan wel door partijen zelf na het ontstaan van het geschil.
Het voordeel van arbitrage boven bijvoorbeeld bindend advies is dat een arbitraal vonnis met een paar formaliteiten (zelfs ook in het buitenland) ten uitvoer kan worden gelegd als de tegenpartij weigert aan een veroordeling te voldoen. Dat betekent dat er dus niet nog een procedure voor de gewone rechter moet worden gevoerd.
Arbitrage is –anders dan een gewone procedure– tenslotte niet openbaar. Zo kunnen bijvoorbeeld publiciteitsgevoelige zaken of zaken waar bedrijfsgeheimen een rol spelen buiten de openbaarheid worden beslecht.
Arbitrage is geregeld in de artikelen 1020-1077 Rv. (Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Hoofdregel is dat het arbitrale geding wordt gevoerd op de wijze als door partijen overeengekomen. Partijen hebben grote vrijheid om af te wijken van de regels, die gelden voor procedures bij de overheidsrechter.
In de praktijk zal bij arbitrages via de bekende arbitrage-instituten de procedure zijn vastgelegd in een reglement of zal bij ad hoc arbitrages de procesorde door de arbiter(s) worden bepaald.
In de meeste gevallen zet de eiser zijn vordering en onderbouwing schriftelijk uiteen in een zgn. Memorie van eis die met schriftelijke bewijsstukken bij de arbiter(s) en de wederpartij wordt ingeleverd. De wederpartij krijgt de gelegenheid om op dat verhaal te reageren met een Memorie van antwoord. Als in die Memorie een tegenvordering wordt ingesteld, mag de oorspronkelijke eiser daarop weer schriftelijk reageren. Zo niet, dan wordt meestal kort daarna een zitting bepaald, waar partijen hun standpunten nader mondeling kunnen toelichten. Het is niet ongebruikelijk dat getuigen en eventuele deskundigen naar de zitting worden meegenomen. De arbiter(s) heeft (hebben) een zeer actieve rol in het zoeken naar de relevante feiten en zal(zullen) meestal partijen zelf ondervragen. Meestal wordt tijdens de mondelinge behandeling onderzocht of een compromis kan worden bereikt. Lukt dat niet, dan volgt na enige weken het arbitrale vonnis. Soms is dat een tussenvonnis, waarin een van de partijen een bewijsopdracht krijgt of een onafhankelijk deskundige wordt benoemd, die de arbiter(s) moet voorlichten en ondersteunen bij technische kwesties. Het arbitrale eindvonnis wordt aan partijen toegestuurd en gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank. Als de veroordeelde partij weigert aan de veroordeling te voldoen kan op vrij eenvoudige wijze een verlof van de rechter tot tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis worden verkregen. Dat verlof heeft enkel werking binnen Nederland, maar het is ook mogelijk om in het buitenland verlof te krijgen. De rechter die het verlof verleent onderzoekt de zaak niet opnieuw inhoudelijk. Hij kijkt alleen of aan de formaliteiten is voldaan.
Anders dan bij overheidsrechtspraak waar partijen ieder een (tegenwoordig fors!) forfaitair bedrag aan griffierecht betalen, ongeacht de duur of de ingewikkeldheid van de procedure betalen partijen zelf de kosten van de arbitrage. Dat betreft dus het honorarium (op uurbasis) van de arbiter(s) en eventueel door de arbiter(s) te benoemen deskundige(n), de eventuele huur van de zittingsruimte en uiteraard de kosten van de eventuele eigen advocaat of andere gemachtigde. Anders dan bij procedures voor de gewone rechter is bijstand door een advocaat echter niet verplicht. Vaak is dat wel verstandig.
Het uurtarief van arbiters ligt meestal tussen de € 200,– en € 500,– afhankelijk van de aard van het geschil en het financiële belang van de zaak. Voor een arbitrage met één arbiter moet U rekenen op bedragen vanaf € 5.000,–
De arbiter kan in het vonnis één van de partijen veroordelen tot een (aanzienlijke) bijdrage in de (advocaat)kosten van de tegenpartij. Dat is overigens gebruikelijk. Worden drie arbiters benoemd in plaats van één dan kunnen de kosten aardig oplopen. Als één persoon voldoende vertrouwen geniet van partijen om als arbiter op te treden verdient het daarom soms de voorkeur om met één arbiter te volstaan. Dat is overigens ook mogelijk als partijen oorspronkelijk hadden afgesproken arbitrage met 3 arbiters. Partijen kunnen daarvan in onderling overleg altijd nog afwijken.
Als twee of meer partijen een geschil hebben waar zij samen niet uitkomen en zij willen dat geschil laten beslechten door een deskundige of een panel van deskundigen in de betreffende branche of op het betreffende rechtsgebied kunnen zij kiezen voor arbitrage.
Het is mogelijk om in overleg met de arbiter(s) een procesorde af te spreken, die is toegespitst op de concrete situatie. Zo kan bijvoorbeeld een spoedarbitrage worden gehouden, een arbitrage op locatie of een arbitrage met een strikt tijdsschema.
Partijen komen vooraf overeen, mocht de zaak niet lukken op basis van mediation, dan stellen beide partijen de Mediator aan tot Arbiter. De uitspraak die de arbiter dan doet over de punten waarover ze het samen niet eens zijn geworden, is bindend voor beide partijen en men kan hiertegen niet in beroep gaan. Deze vorm wordt vaker ingezet bij echtscheidingen, arbeidsgeschillen en verzekeringskwesties.
Arbitrage is in sommige branches gebruikelijker dan in andere branches. Soms hebben brancheorganisaties eigen arbitrage-instituten opgericht. Deze instituten hebben een secretariaat waar informatie kan worden ingewonnen en arbitrages moeten worden aangevraagd/aangemeld. De arbiters worden door het instituut benoemd. Bekend voorbeeld hiervan is de Raad van Arbitrage voor de bouw. Soms is in een branche echter niet meer dan een reglement en een lijst met potentiële arbiters. Zo kent de transportbranche de Fenex, TAMARA en het Arbitrage Instituut van de SVA.
Grote bekendheid geniet het Nederlands Arbitrage Instituut, dat partijen de vrijheid laat om al naar gelang de aard van hun geschil een keuze te maken uit een lijst van deskundige arbiters op dat gebied. Bij het NAI zijn arbiters aangesloten met deskundigheid op de meest uiteenlopende terreinen.
In internationale verhoudingen wordt vaak ICC arbitrage overeengekomen: arbitrage door arbiters die zijn ingeschreven bij het Arbitrage-instituut van de Internationale Kamer van Koophandel in Parijs.
Dr.h.c. J.L.M. Pisters is ADR full Certified arbiter MfN, ADR en IMI register mediator en ADR full Certified Conflict coach en Onderhandelaar